Het orgel is in 1657 gereedgekomen en gebouwd door de orgelmakers Arnold en Tobias Baders.
Het orgel in Dronrijp heeft een lange geschiedenis van renovaties en reconstructies door diverse orgelbouwers sinds 1711, met ingrijpende veranderingen in 1918 die de oorspronkelijke structuur aanzienlijk wijzigden. Dit unieke orgel, met een internationale waarde, werd in 2002 grotendeels hersteld naar de oorspronkelijke staat van Bader. Echter, het instrument kampt sinds de restauratie met ernstige loodcorrosieproblemen, waarbij zowel oude als gereconstrueerde pijpen worden aangetast.
Herstelwerkzaamheden zijn kostbaar en slechts tijdelijk effectief, en ondanks uitgebreid onderzoek is er nog geen definitieve oplossing voor deze corrosie.
Het orgel geldt met recht niet slechts als één van de belangrijkste van Fryslân, maar als een instrument waarvan de importantie veel verder reikt, zelfs tot buiten de landsgrenzen. Het is uniek orgel waarvan er geen andere meer zijn in Europa, dus van internationale alure.
De uit Westfalen afkomstige orgelbouwersfamilie Bader(s) bracht een orgeltype naar de Nederlanden dat unieke kenmerken bezat/bezit.
Fryslân heeft verschillende Bader-orgels gehad. Die verdwenen bijna allemaal in de 19e eeuw. In Ternaard is nog een monumentale Bader-kast te bewonderen; het Bader-binnenwerk is daar niet meer aanwezig.
Al vrij snel na het gereedkomen van de restauratie/reconstructie vielen pijpen in het orgel ten prooi aan loodcorrosie. Uiteraard doet loodcorrosie zich alleen voor bij pijpen met een hoog loodgehalte.
Er zijn vanuit diverse hoeken donaties gekomen. Zo zijn er de afgelopen maanden diverse stichtingen en fondsen die toezeggingen hebben gedaan aan de werkgroep.